Ik heb je in dit hoofdstuk meegenomen door de verschillende elementen van de technische analyse. Je bent nu in staat om grafieken te lezen en de elementen te gebruiken om in- en uitstapmomenten van aandelen te identificeren. Op zichzelf zijn de signalen op basis van deze elementen al sterk genoeg om een betrouwbaar in- en uitstapmoment te ontdekken. Maar om een signaal nog meer kracht bij te zetten levert het combineren van elementen nog betrouwbaardere signalen op. Een combinatie of samenvloeiing van signalen levert een grotere kans op dat de koers ook daadwerkelijk in de richting zal bewegen die jij verwacht. Met elk extra signaal op basis van een element zijn er meer beleggers of traders die op dat signaal acteren. Dat maakt de kans groter dat het gevolg zich ook daadwerkelijk zal openbaren. Dus hoe meer van dit soort signalen je kunt combineren tot één gecondenseerd signaal, hoe meer zekerheid je hebt op een goede afloop. Dit noem je gebruikmaken van confluences.
Traden is een spel van kansen en je wilt een zo hoog mogelijke waarschijnlijkheid aan jouw kant creëren. Hoe meer je van dit soort signalen kunt samenvoegen tot één supersignaal, hoe beter. Honderd procent zekerheid heb je natuurlijk nooit. Daarom is het juist zo krachtig om op zoek te gaan naar meerdere signalen die tezamen een grote waarschijnlijkheid geven op het voltrekken van dezelfde uitkomst. Dat is hoe confluences werken. In feite maken we in de strategie ook al gebruik van confluences door mee te liften op de trend in alle vier de trendlagen tegelijkertijd. Nu kun je dit principe ook nog toepassen op de in- en uitstapmomenten van individuele aandelen: een dubbele vorm van confluence voor extra zekerheid.
Fundamenteel versus technisch gedreven objecten
Voordat we naar de verschillende confluences kunnen kijken, moet je weten dat er assets zijn die meer fundamenteel gedreven zijn en assets die meer technisch gedreven zijn. Fundamenteel gedreven assets zijn bijvoorbeeld waardeaandelen, aandelen van grote bedrijven waar veel institutioneel geld achter zit. Technisch gedreven assets zijn vooral indices, groeiaandelen en aandelen met een lagere marktkapitalisatie. Op beide typen assets werkt een technische analyse uitstekend, maar op technisch gedreven assets net iets beter dan op fundamenteel gedreven assets vanwege het technische karakter van die assets. De technische elementen komen daar beter uit.
Confluence-ladder
Persoonlijk vind ik niet alle signalen op basis van technische elementen even sterk. Binnen de elementen van technische analyse hanteer ik verschillende gradaties van kracht of betrouwbaarheid. Ik noem dit de confluence-ladder. Binnen deze ladder heb ik primaire en secundaire confluences. De primaire confluences geven de krachtigste signalen af en de secundaire confluences bieden slechts ondersteuning aan de primaire confluences. Een signaal op basis van één enkele primaire confluence is al voldoende voor een in- of uitstapmoment. Maar hoe meer confluences je kunt vinden, hoe beter. Bij een secundaire confluence wil ik altijd een tweede hebben, liefst een primaire. Ik laat hier zien hoe ik de confluence-ladder heb ingedeeld. Binnen degradaties houd ik bovendien een volgorde van belangrijkheid aan.
Primaire confluences
1. Ontwikkelingen op macroniveau
De trend op macroniveau is voor mij altijd het beginpunt van mijn analyse. Zolang deze niet in lijn is met de manier waarop ik wil inspelen op het aandeel, stap ik niet in. Ik kan in een bearmarkt bijvoorbeeld welaandelen kopen, maar dan wil ik dat doen in een low in de algemene markt, aan het begin van een rally.
2. Fundamentele analyse
Het liefst koop of verkoop ik aandelen die bewegen conform de fundamentele prestaties van het onderliggende bedrijf. Van bedrijven die goed presteren, koop ik aandelen en ik verkoop ze van bedrijven die slecht presteren. Ik wil soms nog wel eens inspelen op het sentiment of momentum door aandelen te kopen van een bedrijf in een bepaalde sector of eenbedrijf met een bepaald type aandelen. Daarbij hoeft het bedrijf niet per se goed te presteren, zolang de koers er maar op reageert.
3. Marktstructuur
Net als op macroniveau moet de marktstructuur op microniveau ook juist zijn. Binnen aandelen wil je ook met de trend meetraden. Daarbij wil je aandelen kopen in een opwaartse trend op een low en aandelen verkopen in een neerwaartse trend op een high.
4. Steun en weerstand
Mijn eerste manier om aandelen te kopen op een low en te verkopen op een high is gebruikmaken van steun en weerstand, meer in het bijzonder: horizontale levels. Steun blijft steun en weerstand blijft weerstand totdat het tegendeel is bewezen. Steun en weerstand vormen betrouwbare signalen. Daarnaast werken retests ook uitstekend als in- en uitstapmoment.
5. Supply en demand
De zones van supply en demand zijn naast steun en weerstand mooie gebieden om aandelen te kopen op een low en te verkopen op een high. Hiermee kun je ook inspelen op de trend in de koers. De koers beweegt niet altijd van demand-zone naar supply-zone of andersom. Het van tevoren bepalen van het uitstapmoment is daarom wat lastiger. Maar als algemeen in- of uitstapmoment zijn deze zones heel betrouwbaar.
6. Prijspatronen
Prijspatronen zijn uitstekende elementen om aandelen mee te kopenen te verkopen. Het voordeel van prijspatronen is dat van tevoren het bereik van een uitbraak goed te meten is. Daarmee heb je naast een instapsignaal ook meteen een uitstapsignaal. Prijspatronen worden nog wel eens gemanipuleerd, maar over het algemeen zijn ze betrouwbaar genoeg om als confluence te gebruiken.
7. Fibonacci
De Fibonacci vormt voor mij een brug tussen primair en secundair. Ik gebruik de Fibonacci regelmatig als primaire confluence, maar dan eerder als uitstapmoment dan als instapmoment. Bij een instapmoment gebruik ik de Fibonacci bijna altijd in combinatie met een andere primaire confluence. De Fibonacci werkt beter op technisch gedreven assets dan op fundamenteel gedreven assets.
Secundaire confluences
1. Relative Strength Index
De RSI is voor mij een secundaire confluence. Deze indicator wil ik altijd in combinatie met een ander signaal gebruiken. Bij de Relative Strength Index vind ik dat divergenties krachtigere en betrouwbaardere signalen opleveren dan de overbought- of oversold-signalen. Ik vind divergenties tegen primair aan zitten, maar nog net te zwak om daadwerkelijk primair te zijn. Ik zou nooit alleen op de RSI willen traden en gebruik die dus nooit als individuele confluence.
2. Moving Average
De Moving Average is voor mij ook een secundaire confluence. Sterker nog, ik gebruik de Moving Average bijna nooit als confluence vooraandelen. Ik vind het alleen interessant om af en toe te kijken naar een eventueel golden of dead cross voor een mogelijke lange-termijntrendommekeer. Ik zou de Moving Average eigenlijk tertiair willen noemen.
Aan de slag!
Met de confluence-ladder ben je volledig voorbereid om de informatie uit dit hoofdstuk toe te passen op de aandelenmarkt. Je hebt nu de nodige kennis om aan de slag te gaan en aandelen te kopen en te verkopen. De volgende stap is de kennis omzetten in een stappenplan voor het sluitstuk van de strategie: het bouwen en beheren van een portefeuille.